Herkomst in het wild: Oorspronkelijk afkomstig uit Azië, heeft zich wereldwijd verspreid in stedelijke en landelijke gebieden. Het ratje wordt vaak gehouden als huisdier vanwege zijn intelligentie en aanpassingsvermogen. Het zijn sociale dieren die menselijke interactie waarderen
Kleurnaam | Burmees |
Genetische code | [Bubu of BuBu] |
Vererving | dominant |
Basis | Burmees |
Mutatie | [Bubu] op het albino gen |
De vacht van een rat bestaat uit verschillende soorten haren, waaronder:
Dekharen: Dit zijn de lange, stijve haren die de buitenste laag van de vacht vormen en zorgen voor bescherming en isolatie.
Wolharen: Deze haren zijn korter en zachter dan de dekharen en dienen als isolatie tegen kou.
Snorharen: Dit zijn lange, dikke haren rond de neus en boven de ogen, die zeer gevoelig zijn voor aanraking en helpen bij het waarnemen van de omgeving.
Borstelharen: Deze haren zijn te vinden aan de zijkant van de buik en hebben zintuiglijke functie.
Buikharen: Zijn korter en bevatten geen wolharen.
Bij Burmese ratten bepaalt het albino-gen (cc) de basis, resulterend in een witte rat. Het dominante gen (Bubu) voegt een bruine film toe, waardoor de rat een bruine tint krijgt met zwarte ogen. Het Himalayan-gen ((h)) zorgt voor donkerdere gebieden op de vacht, vooral in koudere delen van het lichaam. Modificatoren op de tweede C-locus (c(h)) beïnvloeden de intensiteit van de stippen. Combinaties van deze genen leiden tot verschillende kleurvarianten, zoals “Pale Burmese” en “Burmees.”
Oogkleur is bruin
Burmees kan in verschillende bruintinten voorkomen.