Genetica uitgelegd
Voor vragen te beantwoorden waarom een ratje een wildkleur heeft en een andere weer een albino of bruine vlekjes heeft te maken met “genetica”. Genetica is een erfelijkheidsleer die zorgt voor variatie in levend organisme. Het is een complex onderwerp en ik zal proberen het eenvoudig uit te leggen. Erfelijkheid begint in kleine delen van de cellen, zogenaamd de “gene”. Het lichaam is opgebouwd uit cellen, onthoud deze stelling even!
We gaan een route maken door de rat heen en beginnen aan de buitenkant. Bij een eerste blik op het diertje zien we met een beetje fantasie dezelfde elementen als bij ons mensen. Oren, ogen, neus, mond, haren, pootje en ga zo maar door. Al deze verschillende onderdelen zijn opgebouwd uit cellen. Haal de haren denkbeeldig even weg, dan komen ze op de huid. Ook de huid is weer opgebouwd uit cellen. Onder de huid zit een skelet, geraamte die bescherming geeft aan alle onderliggende spieren en organen. Ook hier weer: alle onderdelen die je tegenkomt bestaan weer uit cellen.
Cellen
Wat zijn dan die cellen en waardoor zijn deze zo belangrijk? Pak denkbeeldig eens een spier, die hele spier is dus opgebouwd uit hele kleine celletjes. In een cel bevindt zich een kern (de kern cel) en In de kern bevinden zich chromosomen. Chromosomen zijn lange strengen van “DNA” en deze bevatten “genen”. En die genen zijn basiseenheden van erfelijkheid. Elk gen heeft een specifieke functie in het lichaam.
De ratten hebben twee kopieën van elk een gen, een geërfd van de moeder en een geërfd van de vader. Deze kopieën noemen we allelen. Sommige genen hebben een dominant allel, wat betekent dat als je een kopie van het dominante allel hebt, het de eigenschap tot uiting zal brengen. Andere genen hebben een recessief allel, wat betekent dat je twee kopieën van het recessieve allel moet hebben om de eigenschap tot uiting te brengen.
De manier waarop genen worden doorgegeven van ouders op kinderen wordt overerving genoemd.
Bij seksuele voortplanting vindt bevruchting plaats wanneer een eicel van de moeder samensmelt met een zaadcel van de vader. Tijdens dit proces worden genen willekeurig gecombineerd en doorgegeven aan het nageslacht.
Ik kan uitleggen hoe bv de kleur van haar ontstaat, dat is makkelijk omdat je het resultaat bij de kleur ratten gelijk kan zien in het kader van genetische overerving. Haarkleur is een genetisch bepaalde eigenschap, en het wordt beïnvloed door de genen die je van je ouders erft. Hier is een eenvoudige uitleg:
- Genetische overerving: Je erft genen van zowel je moeder als je vader. Deze genen bevatten instructies voor de productie van pigmenten die de kleur van je haar bepalen. Er zijn verschillende genen die de productie en distributie van pigmenten in je haar beïnvloeden.
- Pigmenten: Er zijn twee belangrijke soorten pigmenten die de haarkleur bepalen: eumelanine en phaeomelanine. Eumelanine geeft donkere kleuren (zoals zwart en bruin), terwijl pheomelanine lichtere kleuren (zoals rood en geel) produceert.
- Combinatie van genen: Je haarkleur wordt bepaald door de combinatie van genen die je van je ouders erft. Sommige genen dragen bij aan de productie van eumelanine, terwijl andere bijdragen aan phaeomelanine. De interactie tussen deze genen bepaalt of je donker, licht of ergens daartussenin haar krijgt.
- Dominante en recessieve genen: Net als bij andere genetische eigenschappen, kunnen bepaalde genen dominanter zijn dan andere. Als je bijvoorbeeld een dominant gen voor donker haar van één ouder erft en een recessief gen voor licht haar van de andere ouder, zal je waarschijnlijk donker haar hebben, omdat het dominante gen de expressie van het recessieve gen overtreft.
- Genetische variatie: Omdat genen willekeurig worden gecombineerd tijdens de bevruchting, kunnen broers en zussen verschillende haarkleuren hebben, zelfs als ze dezelfde ouders hebben. Dit is het resultaat van de willekeurige combinatie van genen van beide ouders.
In het kort, de kleur van je haar wordt bepaald door de genen die je erft van je ouders, de interactie tussen deze genen, en of bepaalde genen dominant zijn tegenover anderen. Dit proces van genetische overerving en variatie is de reden waarom mensen verschillende haarkleuren hebben en waarom deze eigenschap van generatie op generatie kan variëren.
De uitleg over haren is echter een voorbeeld: je kunt dit principe genetisch voor alle aspecten gebruiken bij het organisme van in ons geval het ratje!